Overweging 1 feb. 2009 (4e zondag door het jaar B)

© Hub van den Bosch

Jongerenkerk

Venlo


Overweging van

Hub van den Bosch


bij

Mc. 1, 21-28


Een dagje Kafarnaüm.



Wat heeft Jezus gezegd tegen die mannen aan de oever dat ze zomaar alles in de steek laten om in Zijn nabijheid te zijn?

Marcus schetst ons vandaag snel iets over Jezus verkondiging.



In de synagoge van Kafarnaüm, een klein vissersdorpje is het godsvolk verzameld rondom het Goede Boek. En de dienst verloopt zoals altijd. Het enige andere is dat Simon en Andreas iemand hebben meegenomen, een man uit Nazareth. Nazareth, geen plek van aanzien.

En nadat uit de Thora en profeten is gelezen wordt na gewoonte gevraagd of iemand iets te zeggen heeft. Een gewoonte misschien die ook zou kunnen passen in onze gemeenschap. Alleen moet je dan een vorm bedenken dat het geen Poolse Landdag wordt. Maar goed, zover zijn we hier nog niet.

In de synagoge van Kafarnaüm waar dat wel gewoonte is, staat die Man uit Nazareth op en spreekt. Hij spreekt over Mozes en Elia. De manier waarop Hij dat doet is zo indringend dat het wel lijkt of Mozes en Elia zelf aanwezig zijn. En de mensen die sabbat na sabbat in de synagoge zijn: de rabbijn, de schoolmeester, de koster, de vissers, de vrouwen en kinderen, de mensen van de straat en die als dorpsgek wordt versleten, allen horen ze zijn woorden en zijn onder de indruk.

De oude woorden krijgen nieuwe inhoud. Ze worden levende woorden.

Deze vreemdeling spreekt met zoveel warmte over de Eeuwige en over de mensen, zoals ze nog nooit gehoord hebben. En ze drinken als het ware zijn woorden.

En tegelijkertijd beseffen ze dat Hij spreekt over henzelf. Iedereen voelt dat gaat over mij.

En ze vragen zich af; wie is die Man? Wat is dit: een nieuwe leer?

Je voelt als het ware een schok gaan door Kafarnaüm. De oude woorden, de oude leer, is plotseling oud zo denken ze ... of .... Is het toch die oude leer alleen opnieuw verteld door die Man van Nazareth alleen dan opnieuw doorleefd en zo vertelt dat er een helende kracht vanuit gaat.

De leer heeft altijd iets gevaarlijks. Of het nu de Joodse, de christelijke of welke leer dan ook is. Geloof begint echter niet met de leer. Geloof begint daar waar je hart gaat branden. Geloof begint met mensen op je weg die je ogen zien om het zien, oren om het horen. Geloof krijg je van iemand, het overkomt je als de liefde en het tintelt en het leeft.

Maar als het geloof tot formules wordt gebracht, dan stolt het tot leer. Dan sijpelt het leven eruit weg en is het alleen maar iets van het hoofd en niet van het hart. Dan krijg je mensen die zich opwerpen tot het verdedigen van een ware leer en worden er muurtje omheen gemetseld.

Vraag het maar aan al diegenen die aan die gestolde leer proberen te morrelen: Copernicus en Galilei.

Vraag het maar aan Jezus die van binnenuit het hart van de leer raakt en de heilige vastgelegde en gestolde regels naast zich neerlegt.

Hij spreekt over God en over de mensen en het leven op een manier die boven de leer uitgaat.

En het is doodstil geworden in de synagoge. Het verschil tussen Jezus en de andere schriftgeleerden van die tijd treedt aan het licht.

En in dat saaie stadje Kafarnaüm staat iedereen ineens onder hoogspanning. Hij spreekt met een gezag dat ze niet kennen. Het is alsof deze vreemdeling met God zelf spreekt, door God is aangeraakt. En wat Hij verkondigt dat belichaamt Hij ook.

En de eerste in de synagoge die dat bemerkt, is die dorpsgek. En in de tekst staat hij bezeten is van een boze geest. En hij ruikt onraad, bedreiging en slaat alarm. Hij roept wat moet jij hier Jezus van Nazareth, ben jij gekomen om ons te vernietigen.

Hij voelt haarscherp aan: als je naar deze Man luistert kun je niet anders dan geraakt worden. Dan kan het niet anders dan je niet meer dezelfde bent als wie je was voordat je Jezus hoort spreken.

En mag dat ook met ons gebeuren. Dat het horen van de Woorden van Het Goede Nieuws ook ons raken, dat wij als die dorpsgek geraakt worden en onraad ruiken. Want dan horen wij Zijn woorden, dringen ze tot ons diepste binnenste door. Dan komt er ongetwijfeld ook verzet in ons omdat wij dan niet anders meer kunnen dan ons leven te veranderen. We zullen het onrecht, het kwade, het duveltje dat in ieder van ons zit dan moeten gaan bestrijden en we weten hoe moeilijk dat kan zijn.

Laten we dit meenemen uit deze dienst: laat je raken door de woorden van Jezus dan kan ons hart gaan branden en blijf niet hangen formules en gestolde leer want geloven is daar waar mensen je naar de ogen zien om het zien en naar de oren om het horen. Jezus spreekt met gezag omdat Hij in Zijn leven doet wat Hij zegt. Dat wij ook zulke mensen mogen worden, gezagvolle mensen omdat ook wij doen wat wij zeggen in navolging van die Man uit Nazareth in die synagoge in Kafarnaüm.